woensdag 31 augustus 2011

Bedankt

Tijdens ons co-schap in Ghana hebben we veel meegemaakt. Een aantal zaken hebben we met jullie gedeeld. Een kleine opsomming van typisch Ghanese dingen die we niet kwijt konden elders in onze blog, willen we toch nog even benoemen.

Wat we erg raar vonden is dat in het ziekenhuis de artsen en verpleegkundigen hun mobiele telefoon gebruikten als onderzoekslampje.
Alle, echt alle, vrouwen met lang haar hebben nep haar. Hun haar groeit hooguit 3 cm, waarna het afbreekt door de droogte. Kapperszaken waar haar wordt ingeweaved verdienen goud geld. Je ziet ook de meest wonderbaarlijke kapsels en kleuren (fel rood, paars, blauw).
Op veel plekken langs de snelweg staan verkopers met van alles en nog wat: eten, drinken, speelgoed, posters, autospullen enzovoort. Als je kijkt vanuit het voertuig waar je in zit, verwachten ze dat je iets wilt kopen. Als je daadwerkelijk iets wilt hebben, rennen ze met de auto/taxi/bus mee, terwijl je betaalt.
Telkens als we ergens lokaal gingen eten, kwam er de volgende riedel : "we have fried rice, jollof rice and plain rice with chicken". Dit was zo standaard, dat we van tevoren al konden bepalen wat we wilden eten. Meestal fried rice and chicken. Overigens de lekkerste kip ooit!
In ontmoeten en begroeten wordt veel tijd gestoken door de Ghanees. Je komt vaak niet weg, voordat je je telefoonnummer hebt gegeven of je e-mail adres. En vice versa.
Akosombo voelde voor ons als een communistisch dorp met een ernstig kapitalistische inslag inclusief een "Big Brother is watching you" - gevoel.
Op de vraag of we van het zwembad gebruik konden maken zei de receptionist van een hotel ons, terwijl hij diep nadacht: "That is very very very possible". Hij moest er zelf ook hard om lachen.
Tijdens ons lange weekend weg met de familie hebben we drie (1 uit Finland en 2 uit Nederland) geneeskundestudenten geholpen met medische problemen, te weten insectenbeten en mogelijk Dengue. Op het strand en aan de bar hebben we consult staan houden en ze voorzien van medicatie uit onze reisapotheek. En een advies naar het ziekenhuis te gaan.

En, oh ja, hoe vaak we het woord Obruni (witte of blanke) hebben gehoord, is niet meer te
tellen. Ik (Mieke) heb me nog nooit zo blank gevoeld als daar.

We hadden gemiddeld 50 pageviews per dag. Een totaal van bijna 3000 (drieduizend!). Het was voor ons erg prettig dat er vanuit
Nederland en vanaf vakantiebestemmingen zo overvloedig werd meegelezen.

Allemaal bedankt voor het volgen!
Michelle & Mieke

zaterdag 20 augustus 2011

Vervoer

Reizen in Ghana kost veel tijd. Ook is het best gevaarlijk op de weg. Het advies van alle Ghanezen die we ontmoet hebben, is niet zelf te rijden, maar altijd te zorgen voor een chauffeur, iemand die weet welke verkeersregels allemaal niet toegepast worden en bekend is met het gedrag op de weg. Dat kan de bestuurder van de trotro zijn, die van een taxi of een privé chauffeur. Ook zijn de wegen slecht, veel gaten en soms niet eens asfalt. In Akosombo hebben we de beste wegen gezien, maar dat is ook een rijke stad. We schrikken regelmatig van het willekeurig rechts en links inhalen, veel te hard rijden en de kris kras overstekende voetgangers. Er wordt ook de hele tijd getoeterd. Waarom precies, weten we nog niet. Het kan gaan om mensen langs de kant te waarschuwen dat ze langs komen (voor de veiligheid), of om te zien of iemand van hun diensten gebruik wil maken (taxi), maar soms ook zomaar, zonder aanwijsbare reden (zenuwtik? gewoonte?).
Men neemt hier voorrang, soms met vervelende gevolgen, zoals we deze week meemaakten. Met de taxi reden we van Accra naar Kasoa, waar de privé kliniek is. Na een tolpoortje net buiten de hoofdstad, bij een wegversmalling, stond een vrachtwagen klaar om in te voegen. Enkele auto’s voor ons gaven geen voorrang en de bijrijder van de vrachtwagen zat vanuit zijn raam druk te gebaren om er tussen te kunnen. Toen we er met de taxi naast stonden, ging de vrachtwagen ineens rijden. De taxi werd opzij geschoven! Geschrokken hoorden we een flinke klap en een krakend geluid. De enorme kiepwagen had het hele achterspatbord en zijkant aan gort gereden. Gelukkig reed de taxi nog en de jongeman stuurde met trillende handen zijn auto naar de kant van de weg. De vrachtwagen probeerde door te rijden, dus hij sprong uit de auto om de politie te roepen. Een agent rende met hem mee en samen hielden ze de vrachtwagen aan. Uit de cabine sprongen drie mannen en er volgde een flinke woordenwisseling, waarbij Michelle de politie agent vertelde wat er was gebeurd en dat het wat ons betreft opzet van de vrachtwagenchauffeur was. Onze taxichauffeur ging de schade bekijken, voelde eraan en haalde zijn wijsvinger flink open aan een stuk metaal. Je zag hem kijken: “ook dat nog!”. Gelukkig hadden we onze goedgevulde visitetas bij en zo stonden we, met een leuk publiek langs de kant van de weg, even later de verwonding van de jongeman te verbinden. Michelle haar broek zat onder de bloedspetters en het eerste - doorweekte - verband werd door de jongen gewoon op straat geflikkerd (dat is ook zo’n tik die mensen hier hebben, alles gewoon op straat gooien). Na 45 minuten had de vrachtwagenchauffeur de eigenaar van de taxi aan de lijn om een en ander af te handelen en konden wij onze weg vervolgen. De jonge taxi-driver ging nog vaker toeteren het laatste stuk, van de zenuwen vermoeden we.
Bij een ander tolpoortje werd Mieke eerst door een verkoopster op haar arm geklopt, waarna die vrouw dat bij Michelle ook deed. Michelle vroeg haar dat te laten, waarop de vrouw echt heel agressief werd, ze trok Michelle aan haar arm via het raam van Mieke. De vrouw begon te schelden, heel gezellig! Gelukkig reden we snel door. Het grootste gedeelte van de tijd reizen we veilig en komen we vriendelijke en behulpzame mensen tegen. Het echte nadeel is de hoeveelheid tijd die gaat zitten in het van A naar B gaan. Van Accra naar Buduburam en terug kostte ons 6 uur. Het refugee camp lag 22 mijl van de plek waar we verbleven, tel uit je winst! Als je iemand vraagt hoe laat de bus komt of wanneer je zal vertrekken, zegt men: “soon” of “in a few minutes”. Dan kunnen we nu al bedenken dat ze eigenlijk niet weten wanneer en dat het best wel eens een paar uur kan duren. Een opvallend feit is dat we slechts 4 vrouwelijke bestuurders hebben gezien de afgelopen weken. En dat betrof privé auto’s, in de trotro of taxi zie je ze helemaal niet achter het stuur zitten. Ook moest een taxichauffeur heel hard lachen toen Michelle hem vertelde dat ze een Nissan Micra reed net als hij. Hij geloofde niet dat ze zelf een rijbewijs had. Toch raar in een wereldstad als Accra.

dinsdag 16 augustus 2011

Respect


Tijdens de Ramadan; de dames voelden zich niet helemaal lekker.
In de wachtkamer van de St. Gregory's.
Ze werd met natte kleren terug naar bed gestuurd.
De marktmensen worden op billboards aangemoedigd belasting te betalen,
zodat de stad de markt kan opknappen. De markt begint dus achter het hek.
Moeder met kindje in de hal bij de spoedeisende hulp van St. Gregory's.

Middagprogramma

Het is een hele onderneming om van Kasoa naar Buduburam te reizen. Vanaf het Galilea hospital, dat een eindje van de mainroad af ligt, is het een paar minuten lopen naar de eerste bushalte. Echter, vanaf daar rijden geen trotro's naar Buduburam. Dus, na 15 keer vragen, besloten we naar het centrum van Kasoa te lopen. Langs de snelweg een wandeling van 45 minuten. Bij de markt (echt een hele smerige plek - zie foto) kun je een trotro nemen naar Buduburam. Althans dat vertelde men ons. Na een tijdje een van de vele tientallen trotro's afgevraagd te hebben waar ze naar toe gaan, nemen we nu maar een taxi vanaf de markt. Dat gaat iets sneller. Veel trotro's rijden namelijk de hele dag rondjes langs een bepaalde route en je moet maar net de juiste treffen.
Buduburam is de naam van het vluchtelingenkamp, maar met 42.000 bewoners, kun je gerust zeggen dat het een stad is. Zodra je het kamp nadert, wijzen alleen de borden van de UNHCR en de het bord bij de toegangspoort je erop dat het daadwerkelijk een opvangkamp is. We hebben nog maar een klein deel gezien; overal zijn huisjes en winkeltje en er lijkt een soort permanente markt langs de kanten van de weg te zijn, zoals gewoon in Ghana. De beheerder van het kamp heeft zijn handen vol aan alle dingen die hier iedere dag gebeuren. Hij is een soort COA locatiemanager/ burgemeester, zijn functietitel is disaster manager. Met een officier van de de politie en hem spraken we over de dagelijkse problemen in het kamp. Ze vertelden dat tot voor kort het geweld tegen vrouwen frequent voor kwam. Ze zijn hier speciaal tegen op gaan treden. Pas toen de politie tegen de mannen die geweldadig tegen (hun) vrouwen waren ging zeggen dat als ze nog een keer gepakt zouden worden ze ze zouden vermoorden, kwam er een flinke daling. Met posters worden de vrouwen aangemoedigd zich uit te spreken tegen geweld en hulp te zoeken als het gebeurt. We zagen ook posters waarop mannen die geweld tegen vrouwen gebruiken als losers worden afgebeeld.
Het gebouw van de St. Gregory Catholic Clinic is geschonken door UNHCR en wordt door een organisatie die Point Hope heet draaiende gehouden. Er zijn twee artsen en drie verpleegkundigen in vaste dienst, de rest van het personeel wordt op en af vanuit de verzekering, allerlei fondsen en donaties betaald.
Ook hier is een Out Patient Department en de kliniek heeft 24 uur per dag volle wachtkamers. In principe zijn alle Liberyanen in het kamp verzekerd, ze betalen premie. De meeste mensen hebben ervoor gekozen in Ghana te blijven en drijven handel met hun thuisland. Als ze niet verzekerd zijn, worden ze geholpen (basiszorg), dan moeten ze wel iedere keer dat ze komen 5 Cedi betalen.
Afgelopen vrijdag waren we op een arts aan het wachten in de gang bij de spoedeisende hulp. Er stond een meisje van een jaar of 14 dat ons met een meewarrige blik aankeek midden in het pad. Op het moment dat we haar wilden aanspreken, zagen we haar plas langs haar benen naar beneden lopen. Terwijl zich rond haar blote voeten een grote vlek urine vormde, liepen verpleegkundigen langs zonder zich om haar te bekommeren. Geschokt vroegen we haar of ze Engels sprak en wat er aan de hand was. Ze had uren gevraagd of iemand haar naar het toilet kon brengen, maar telkens werd haar gezegd geduld te hebben. Hierop spraken we een langslopende verpleegkundige aan hier iets aan te doen. Ze commandeerde de jonge meid weer terug in haar bed te gaan liggen. Wat een vernedering! Ook andere patienten reageerden verontwaardigd (gelukkig). De poster in de gang waarop staat dat patienten met respect bejegend moeten worden, kreeg wel even een ander smaakje wat ons betreft.

Diagnose malaria?

De ziekenhuisadministratie met daarin de patienten en de gestelde diagnose (een soort ICPC).
Op alle bladzijdes (zo'n 100) overheest de diagnose malaria.

Uitleg over laboratoriumdiagnostiek van malaria.

maandag 15 augustus 2011

Ochtendprogramma

's Ochtend lopen we mee in de prive kliniek. De eerste ochtend ontmoetten we de medical assistant, die vanaf het begin daar werkzaam is.

Het trapje is als volgt:

verpleegkundige;
medical assistant (MA);
bachelor physician assistant;
master physician assistant;
arts.

De medical assistant lijkt het meest op een nurse practitioner als je kijkt naar de werkzaamheden. Na een opleiding van anderhalf jaar na verpleegkunde, worden de medical assistants vooral in rurale gebieden ingezet. Hij of zij kan een arts bellen indien nodig.

De MA doet 's ochtends de ward rounds en houdt daarna het inloopspreekuur. Er kan doorverwezen worden naar de specialist, waarvan sommige (net als de gynaecoloog) de kliniek ergens gedurende de week bezoeken. Of de patient gaat zelf naar een andere kliniek.

Dit weekend zijn er 4 patienten 's avonds en 's nachts opgenomen, waarvan 3 met mogelijk malaria. In gebieden waar malaria veel voorkomt, ga je bij koorts uit van malaria, tot het tegendeel bewezen is. Er wordt dus onmiddelijk een behandeling opgestart (vaak zonder aanwezigheid van een arts door de verpleegkundige). Mogelijkheden voor diagnostiek zijn vaak beperkt in de tropen, waardoor meestal (de goedkopere) behandeling wordt opgestart. Men denkt hier niet snel aan een andere diagnose, tot dat blijkt dat de malariabehandeling niet aanslaat.
In het Galilea hospital is een mooi lab, waar we uitleg hebben gekregen over de malaria diagnostiek en we hebben les gehad met behulp van de microscoop. We zagen cikkelcelanemie, urineweginfectie en diarree.

De verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor de vital signs (bloeddruk, ademhaling, pols en temperatuur). Ze meten netjes op tijd volgens afspraak. Echter als er iets verandert, zoals bijvoorbeeld bij een patient waarbij de bloeddruk plots flink daalde en de polsslag versnelde, melden ze dat niet. Dus twee uur nadat de verandering inzette (en doorzette), moest de MA dat zelf terug zien op papier. Dit was niet de eerste keer dat we dat meemaakte. Verontrustend als je bedenkt dat er 's nachts geen arts of MA aanwezig is.

Er wordt sowieso snel behandeld, voor het geval dat. Of misschien om inkomsten te hebben, dat is ons niet helemaal duidelijk. Iemand die bij ons met simpele uitwendige vaginale schimmelinfectie komt, krijgt een zalf en advies mee naar huis. Hier kreeg een patiente een over-the-top 'optimale' behandeling, namelijk tabletten, zalf en eenmalige intraveneuze (een infuus, dus) toediening van antibiotica. Advies kreeg ze niet, slecht een gepeperde rekening.

zondag 14 augustus 2011

Arbeidsethos

In het Galilea Private Hospital hebben we een ochtend meegedraaid met de gynaecoloog. Hij komt op zaterdagochtend om echo’s te maken. Het zijn patiënten die door de week op het inloopspreekuur zijn geweest en dan naar hem doorgestuurd worden. Ook kunnen er zwangere vrouwen tussen zitten die voor een termijnecho komen. De ultra sound machine is van het ziekenhuis. De jonge arts vertelde ons dat hij geen echoscopist is en dat de apparatuur net niet precies genoeg is om bijzondere aandoeningen te ontdekken (zoals Down syndroom), dus hiervoor wordt men doorverwijzen naar teaching hospitals, die beter voorzien zijn. De gynaecoloog is ook gespecialiseerd in fertiliteit en heeft opleidingen genoten in Amerika en zelfs België.
Wat ons ook al was opgevallen in het ziekenhuis in Akosombo, is dat als een patiënt nog binnen zit en de arts het gesprek afrond, de volgende al binnen wordt geroepen door de verpleegkundige. Over privacy gesproken! Ook komen de hele dag te pas en te onpas mensen in en uit de spreekkamers lopen. Wij raken er maar niet aan gewend, er wordt vaak niet eens geklopt. Helemaal duidelijk waarom ze binnen komen wordt het meestal niet, we verstaan niet alles, er wordt namelijk net zo vaak Twi gesproken als Engels.
Alle artsen hebben in hun spreekkamer een verpleegkundige zitten (en niet alleen bij gynaecologie, waar je dat zou kunnen verwachten). Ze doen uiteenlopende dingen in de spreekkamer, soms vertalen ze omdat de arts het plaatselijk dialect niet spreekt, vaak zitten ze de financiële administratie bij te werken (een soort DBC), of ze dirigeren de patiënt naar hun plek of de behandeltafel op. En, alsof er hier al niet genoeg hiërarchie is, serveert ze (nog geen mannelijke verpleegkundige gezien) ook nog eens zijn (we hebben maar een vrouwelijke arts ontmoet) ontbijt of lunch uit in de consulting room tijdens een consult.

We hebben interessante casuïstiek langs zien komen die echo-ochtend. De arts legde ons heel veel uit en nam daar uitgebreid te tijd voor. Aan het einde vertelde hij zelfs waarom hij een wit envelopje in zijn handen geduwd kreeg van een medewerker van het ziekenhuis. Dat was zijn gage van die ochtend; de vrouwen betalen 15 Cedi (7,50 euro) voor de echo. Een deel is voor het ziekenhuis en een deel voor hem als behandelaar. Omdat 15 Cedi een behoorlijk bedrag is (een automonteur verdiend bv. 100 Cedi per maand), kon je dat terug zien in de wachtkamer. Er zaten vooral chique vrouwen met mooie kleren.

De gezondheidzorg is hier, wat ons betreft, heel inefficiënt geregeld. Met verbazing hebben we gekeken naar de enorme hoeveelheid mensen die aan het werk zijn. Nou ja, aan het werk... Als er een iemand aan de balie een patiënt te woord staat, staan er altijd minstens 4 mensen (in uniform)  omheen, die niets doen. Zelfs als er genoeg werk ligt: rotzooi, bedden die opgedekt kunnen worden of een overvolle wachtkamer. Het heeft ook te maken met gelaagdheid, ieder heeft zijn of haar eigen kleine deeltaakje. En je gaat niet doen wat een ander hoort te doen.
Een gedreven Ghanese jongeman deelde zijn mening hierover met ons. Met een strenge blik in zijn ogen zei hij dat Ghana veel sneller vooruit zou gaan als men op een achturige werkdag niet twee, maar op z’n minst vier uur zou werken in plaats van rondhangen of slapen.